gepubliceerd op maart 25th, 2021 | door ditte
0Latijn
Na veel vijven en zessen en ook nog andere getallen -misschien moet ik ze allemaal eens inzetten op de Lotto- werd de schade van mijn val nu volledig in kaart gebracht. 1- genantitis. Dat is wat ik voel net na de val. Ik lig met m’n benen in een warrige knoop op de stoep en kijk onmiddellijk rond om te tellen hoeveel mensen de val hebben gezien en er een schaamtelijk pleziermomentje aan hebben beleefd. 2- nihilisme. De man met het hondje die het niet de moeite vindt om de straat over te steken om te kijken of ik mezelf wel kan rechthelpen. De vrouw met lelijke jaren ‘90 gewaden die wel nadert en zegt: “Moet ik hier ergens aanbellen?” Na de “Nee, er is niemand thuis”, de schouders optrekt en “Ok” zegt en verder wandelt. 3- spoedverwondering. Een paar uur later: het plaasteren der linkervoet, het spalken der rechter f*ck-you-vinger en het negeren der rechterknie. 4- elefantisme. De dag nadien kan ik mijn rechterbeen niet meer plooien. Het been heeft gigantische (beetje overdreven, maar wel leuk woord) proporties aan genomen. De ambulance brengt me naar een nieuw onderzoek. 5- negationisme. “Als u volgende week toch geopereerd wordt, kan u in dàt ziekenhuis misschien een orthopedist bestellen?” 6- absurdisme. Ik moet naar een nier-verwijder-operatie in een rolstoel en pas bijna een maand na mijn val sta ik oog in oog met een dokter die voor ‘botten en gewrichten’ heeft gestudeerd. Hij twijfelt. Er volgt beeldvorming. 7- tolerantie. Het wachten voor een plekje in de mri-scanner moet letterlijk uitgezeten worden of rondgehinkeld. 8- dificilisme. Ik versta ‘tibiaplateau‘ en ‘chondraal lijden’ in het verslag niet. 9- realisme. “Allemaal aanstellerij?” vraag ik aan Kevin, de kinesist die het verslag vertaalt in mensentaal. “Integendeel,” zegt hij “je hebt 2 scheuren in de meniscus, een barstje in de bovenkant van je onderbeen en op één plek is het kraakbeen serieus kapot”. “Naar de genoux?” wil ik grappen maar doe het niet. 10- fulminatie. Een ongeluk komt potverdriedubbeltjes nooit alleen. 11- speculatie. Maandag weet ik of er een kleine operatie aan te pas komt. 12- kak.