gepubliceerd op maart 20th, 2021 | door ditte
0Postuum
Het gebeurde achter mijn rug. Het werd me maar tussen neus en lippen verteld. Tussen neus en lippen had mijn vader een indrukwekkende rosse snor. In de badkamer lag een speciaal klein snorschaartje. Ik trof hem daar ‘s ochtends vaak, voorovergebogen tot dicht tegen de spiegel: geconcentreerd ijdelheid vormgeven. We maakten elke ochtend -of toch bijna- hetzelfde mopje. Ik vroeg met voorname koninklijke tongval: “Hoe maakt u het?” Niet wegkijkend van zijn spiegelbeeld antwoordde hij: “Dat zeg ik niet, anders maakt u het ook”. Daarna zaten we samen aan het ontbijt. Bij ons thuis werd Nescafé gedronken. Niet door mij, ik dronk melk. Maar papa dronk, net voor hij met z’n knokkels op de tafelrand klopte en “C’est parti mon kiki” zei, een volle beker Nescafé. Ad fundum. Om het koffieritueel mogelijk te maken, stonden er voor papa altijd 2 bekers klaar –wij waren zo’n gezin waar mama de ontbijttafel de avond voordien al dekte. Omdat samen eten als belangrijk werd gequoteerd. Twee bekers dus. Papa goot de hete oploskoffie over van de ene in de andere beker. En dat een paar keer na elkaar. Dat diende om de koffie minimaal af te koelen en maakte de ad fundum spectaculair. In 1975 reed ik een heel schooljaar met papa mee naar school in de stad. Ik stond meestal al naast de auto te wachten en miste daarom dat jaar het knokkelgeklop. Dat was omdat papa niet zo’n tijdsmaniak was en dus vertrok wanneer het hem paste en niet per se wanneer het nodig was. Ik ben –klein traumaatje– dat jaar vaak te laat gekomen. Nu, zo’n honderd jaar later zou ik er veel voor over hebben om nog eens, barstend van de stress, een ochtendrit met hem te mogen maken. Ik zou hem vertellen over mijn kankergeluk, mijn ongeduld en mijn bijna-dood-ervaringen. Dat doe ik dit jaar in gedachten. Tussen neus en lippen hebben mama en de zussen me gezegd dat ze het er met elkaar over gehad hebben: ‘hij mag Ditte nog niet komen halen’ en meer van die strekking. We weten ondertussen dat ik dus nog een tijdje blijf. En dat wij elke dag, op onze manier, postuum vaderdag vieren.