gepubliceerd op februari 5th, 2021 | door ditte
0Niet welkom
‘Een buikgriepje? Stress? Niets om me echt zorgen over te maken en al zeker niet om een drukbezette dokter mee lastig te vallen…’ dat denk ik over mijn buikpijn. Maar nacht 4 lig ik wakker van de pijn. Dus toch naar de huisarts. Gewoon om effe te vragen of er buikgriep in het land is. “Jouw symptomen lijken min of meer op een appendicitis en ook weer niet,” zegt de dokter “weet je wat? Het is vrijdagmiddag, ik schrijf voor alle zekerheid een verwijsbrief voor de spoed, mocht de pijn dit weekend erger worden. Verder… beetje rusten, beetje vasten”. Ik ben gerustgesteld. Maar dat is buiten Robin gerekend: “We gaan toch niet wachten tot jouw blindedarm springt, zondag of zo? Schoenen aan, ik breng je naar de spoed”. In mijn hoofd maak ik een lijstje van wie verwittigd moet worden als ik seffens een blindedarm-extractie moet ondergaan. Het is rustig op de spoed. Twee verpleegsters proberen een bruikbare ader te vinden. Na 5 keer prikken lukt het. Ik verontschuldig me voor mijn stoute wegfloepende aders. Ik moet pipi in een potje doen en verontschuldig me voor het overgelopen plasje. Er wordt me gevraagd of ik misschien een drankmisbruikprobleempje wil opbiechten. Ik verontschuldig me van niet. En zou het kunnen dat ik de pijn wat overdijf? Hoe erg is de pijn op een schaal van 10 als 10 onuitstaanbare pijn is? 7,384. “Denkt u daar nog maar eens goed over na”. Ik krijg het gevoel dat ik niet welkom ben. “Misschien bent u gewoon geconstipeerd?” en “HEBT GE NOG KAKA KUNNEN DOEN?” deze keer roept de verpleegster alsof ik ook doof ben. Er wordt een echo gemaakt. De echograaf wil niet zeggen of hij iets ziet dat niet ‘in regel’ is. “Op de echo is niets te zien,” zegt de verpleegster op een ‘i-told-you-so’-toontje “dus moeten we nu naar de scanner”. Ik verontschuldig me voor de extra verplaatsing. Na de eerste scan moet ik wachten. Lang wachten in een akelig kamertje. Zal ik onder het mes moeten? De spoedarts komt binnen. Ik zie boven haar mondmasker enkel haar ogen vol medelijden. Ze fluistert bijna. “Uw buikpijn kunnen we niet verklaren maar… we hebben … euh… per ongeluk iets gevonden… euh… een kanjer van een kankergezwel op uw nieren”. De pijn zakt naar 0,0.