gepubliceerd op augustus 24th, 2020 | door ditte
0Robbe
Zijn vertelling begon bij de Pallieter met een terras vol luisteraars en eindigde in het vroegste uur bij Jean-Jacques, het café dat in die tijd in Antwerpen als laatste open was. Zonder luisteraars. Enkel Raf en ik knikte nog synchroon tijdens zijn korte stiltes. Hij dronk gin gini in een Duvelglas. Hij dronk het als was het pompwater. Hij vertelde over zijn plannen. Die met elke gin gini grootser werden. Hij was bijlange nog ‘ni uitgeklapt’. De wereld ging nog wat zien… 1995. We rookten sigaren en waanden ons in Hollywood aan de Schelde.
De draad van zijn verhaal waren we kwijt. Hij ook. Robbe wilde niet naar huis. Er moesten nog glazen gevuld en geledigd worden. We werden deel van zijn plannen die binnenkort bij een etentje verder gezet zouden worden. Dat is nooit gebeurd.
Hij noemde ‘god en klein piereke’ ‘Schat’ en toch… wanneer hij het tegen mij zei voelde het even alsof hij het alleen tegen mij zei. Na alle verhalen die ik van hem gehoord had, bleek deze man het tegendeel te zijn van zijn imago. Geen bullebak. Een interessante man die zwalpte tussen charme en boosheid.
Boos-aardig, dat was Robbe De Hert. Hij kon zo smakelijk boos zijn.
Ik zag hem een paar jaar geleden nog met zijn kruk aan de hand krom voorover gebogen de stad in hinkelen. Mompelend tegen zichzelf. Zijn ogen hol en leeg. Boos. Puur boos. Het aardige was hij onderweg –misschien wel in een Duvelglas– verloren.
Vanavond heeft hij zijn beruchte handdoek in de ring gegooid. Ik heb vreselijke zin in een gin gini maar geen Duvelglas bij de hand. Ik hef dan maar een ander glas op onze Hollywoodmens aan de Schelde. Cheers Robbe.