gepubliceerd op september 18th, 2013 | door ditte
0Bang
(omdat september spinnenmaand is en ik het al meer dan één keer over had, deze uit 2007)
Robin vindt het niet leuk als ik doe alsof ik boos ben, Raf is geen fan van het geluid van geknabbel van nootjes, Billie haat het als ik zing (namelijk altijd vals) en ik… ik ben doodsbang van spinnen. Als ik van ergens in huis met te hoge stem “Ra-af, kan je even komen kij-ijken? Billie? Ro-bin?” roep, dan weet iedereen hoe laat het is. Het kan een hele kleine zijn, zo eentje die ik echt moet aanwijzen. Maar als ze wat groter zijn sta ik gewoon op m’n benen te beven tot iemand me komt bevrijden. Want het zit zo: ik durf geen spin te doden of te pakken. Stokstijf blijf ik staan en staar het gevaar aan zodat ze niet in een onbewaakt moment kan ontsnappen. Billie krijgt meestal een lachbui. Ze vindt het helemaal belachelijk. “Maar mama toch, zo’n kleintje, kom, laat mij maar…” zegt ze op een toon alsof ze m’n moeder is. Ik zie ze soms twijfelen of ze de spin niet nog even onder m’n neus zou duwen. Robin maakt de weg vrij tussen de vindplaats en de buitenwereld. Voor haar is er geen sprake van vernietiging. “Ocharme, ga maar snel buiten op avontuur” moedigt ze aan “maar vat geen kou!” Toch zie ik dat ze zelf veilig afstand houdt. Raf heeft weinig medelijden met het ongedierte. Ik krijg er vaak een gratis spinnenweetje bij: “Ah, een jagerspin, die zijn altijd met twee” of “15 tot 30 spinnen zou een mens, meestal onwetend en slapend, in de loop van z’n leven doorslikken” en ik denk: seffens ga ik met open mond en een boos gezicht nootjes eten en daarna heel lang zingen!